Wat is pesten

Iemand wordt gepest wanneer hij of zij herhaaldelijk en langdurig wordt blootgesteld aan negatieve handelingen door één of meer personen. De negatieve handelingen zijn structureel en tegen dezelfde persoon gericht en daarnaast is er sprake van machtsongelijkheid. Pesters staan hoger in de sociale groepshiërarchie en/of hebben meer medestanders dan de gepeste.

Plagen is iets anders dan pesten. Plagen gebeurt niet dagelijks en er is geen sprake van machtsongelijkheid. De studenten zijn gelijk aan elkaar en er worden over en weer grapjes gemaakt. Als er wordt geplaagd is het niet de bedoeling om iemand pijn te doen.

Vrouwelijke studenten pesten vaak op een andere manier dan mannelijke studenten. Hun manieren van pesten zijn minder fysiek en eerder mentaal (denk aan roddelen of buitensluiten).

Cyberpesten is het opzettelijk filmen, fotograferen of geluidsopnames maken met als doel het beschadigen van de reputatie van een medestudent of docent. Cyberpesten gebeurt veel via de mobiele telefoon of via het internet. Een van de grootste nadelen van online pesten is dat het vaak anoniem gebeurt, wat de pester een extra machtspositie geeft.

Tips wat je kunt doen als docent

Wanneer duidelijk wordt dat studenten gepest worden, is het belangrijk om daarover op een open manier het gesprek aan te gaan.

Daarbij zijn de volgende aandachtspunten van belang:

  • Luister goed en maak duidelijk dat de juiste stap is gezet door erover te praten;
  • Vraag door zonder een mening te geven. Ga op zoek naar een compleet beeld van de omvang, ernst, duur en implicaties;
  • Verken opties voor vervolgstappen, bijvoorbeeld met de vertrouwenspersoon;
  • Informeer naar mogelijkheden om andere studenten te betrekken;
  • Bied vervolggesprekken aan. Dit kan ook met of bij een andere collega.

Bij de vervolggesprekken is het goed om:

  • Geen partij te kiezen;
  • Duidelijk uit te zoeken wat het ongewenste gedrag is en welke veroordeling hieraan hangt;
  • Duidelijk te zijn dat de oplossing vaak zit in de communicatie met betrokkenen;
  • De gepeste te steunen bij het in eigen hand nemen van zijn lot;
  • Collega’s om hulp of om advies te vragen;
  • Ouders in te schakelen voor steun voor de gepeste student. Let erop dat je dit bij een minderjarige student doet na overleg en bij een meerderjarige student bij toestemming van de student zelf.

Specifiek bij cyberpesten

  • Signaleer je in de klas dat er iets gaande is op een telefoon in handen van een student, grijp dan direct in.
  • Neem het verhaal van de leerling serieus. Informeer wat de student al voor acties heeft ondernomen. Welke acties waren succesvol?
  • Prijs de student dat hij/zij het probleem heeft aangekaart.
  • Bekijk samen wat de student zelf kan ondernemen om nieuwe cyberpesterijen te verminderen. De student kan bijvoorbeeld:
    • Het eigen wachtwoord wijzigen en in geen geval het wachtwoord aan een ander geven.
    • De pester ontvrienden op social media en blokkeren op de telefoon.
    • Gebruik maken van een nickname.
    • Bewijsmateriaal verzamelen en opslaan
    • Een melding maken bij het social medium in kwestie. Bij ernstige incidenten en bedreigingen kan de student de klacht neerleggen bij de lokale politie.
  • Zoek samen met de student naar steun. Denk aan groepen, ouders of een docent.

Interactieve film voor in de klas

Deze film kan met de hele klas gekeken en nabesproken worden: https://www.itsuptoyou.nu/

“It’s up to you is gratis te gebruiken en kan online op PC/Laptop en iPad worden ingezet op school. Na registratie en inloggen zijn de film en bijbehorende docentenhandleiding (in PDF) te benaderen via https://www.itsuptoyou.nu/.”

Netwerk COG (contactpersoon ongewenst gedrag)

Er is door het netwerk COG (voorheen netwerk Vertrouwenscontactpersonen) een praktische handleiding geschreven over pesten, te vinden met deze link: Een handreiking voor medewerkers bij de aanpak van pestsituaties (er is een nieuwe in ontwikkeling, deze versie bevat nog de oude termen VCP en SLC).

Studenten en medewerkers kunnen altijd terecht bij de Contactpersoon Ongewenst Gedrag van de locatie. De gegevens vind je hier.

De informatie op deze pagina is bedoeld om je bewust te maken en eerste handvatten te geven om te weten wat je nu gelijk kunt doen. Pestsituaties zijn complex en heftig. Los deze situatie niet alleen op! Bespreek het met je manager. Zorg dat het team meegaat in de aanpak en vraag de Contactpersoon Ongewenst Gedrag (COG) om mee te denken.

Signaleren van pestgedrag in de klas

Pesten gebeurt vaak stiekem en vervelend gedrag wordt niet altijd herkend als pesten. Vaak kun je aan de sfeer in de groep merken dat er iets speelt.

Ook kan het individuele gedrag van een student aanleiding zijn om na te gaan of er misschien sprake is van pesten.

  • Voorbeelden van dat gedrag zijn:
  • Vaak betrokken zijn bij opstootjes of ruzie;
  • Vaak afwezig zijn;
  • Vaak met een (vervelende) bijnaam aangesproken worden door andere studenten;
  • Regelmatig klagen over hoofdpijn, buikpijn en andere soortgelijke klachten;
  • Plotseling slechtere resultaten halen;
  • Vaak alleen zijn tijdens pauzes;
  • Eerder komen dan de les begint of als laatste blijven hangen;
  • Extreem reageren op kleine plagerijen.

Hoe ziet pesten binnen het MBO er vaak uit?

  • Iemand volstrekt doodzwijgen;
  • Iemand isoleren of buitensluiten;
  • Iemand buiten school opwachten of naar het huis van het slachtoffer gaan;
  • Opbellen, bedreigen via WhatsApp en internet (cyberpesten, onderaan meer over dit onderwerp);
  • Nooit de echte naam van een klasgenoot gebruiken, maar een bijnaam;
  • Opdrachten geven huiswerk te maken of huiswerk innemen;
  • Bezittingen kapot maken of afpakken;
  • Opmerkingen maken over kleding, beledigen, discrimineren.

Online pesten (cyberpesten)

De meest voorkomende vormen van cyberpesten zijn:

  • Misbruik van privégegevens (zoals het stelen van wachtwoorden of het aanmaken van nep-accounts)
  • Uitsluiting in whatsapp-groepen
  • Het verspreiden van beeldmateriaal (zoals intieme foto’s of filmpjes van mishandeling)

Gevolgen van pesten

Als niet tijdig wordt ingegrepen kunnen studenten die gepest zijn daar veel last van krijgen. Uit onderzoek van het Nederlands Jeugdinstituut blijkt dat studenten die aan het begin van het jaar worden gepest een grote kans hebben om een half jaar later nog steeds gepest te worden.

Download de poster

Studenten die lange tijd structureel gepest zijn:

  • Ontwikkelen een negatief zelfbeeld en kunnen last krijgen van depressies;
  • Hebben vaker last van psychosomatische klachten zoals hoofdpijn, slaapproblemen, buikpijn en vermoeidheid;
  • Verliezen het vertrouwen in leeftijdsgenoten;
  • Verliezen het vertrouwen in belangrijke volwassenen wanneer het pesten niet wordt gestopt. De student ziet dat als signaal dat het pesten geaccepteerd wordt;
  • Kunnen als afweermechanisme zelf gaan pesten.

Ook voor studenten die pesten kan dit negatieven gevolgen hebben:

  • Zij leren niet om op een ‘normale’ manier met conflicten om te gaan;
  • Zij krijgen waardering voor negatief gedrag en leren hierdoor niet om op een constructieve manier te communiceren;
  • De kans dat zij dit gedrag ook blijven vertonen op de werkvloer is groot.

De gevolgen bij online pesten zijn vaak groter dan bij het ‘gewone’ pesten. Het is een publieke vernedering, omdat iedereen het kan lezen en het actief blijft. Iets verwijderen  van internet is zeer lastig. Daarnaast kan de student zichzelf (vaak) niet verdedigen.

Tips wat je kunt doen als docent

Wanneer duidelijk wordt dat studenten gepest worden, is het belangrijk om daarover op een open manier het gesprek aan te gaan.

Daarbij zijn de volgende aandachtspunten van belang:

  • Luister goed en maak duidelijk dat de juiste stap is gezet door erover te praten;
  • Vraag door zonder een mening te geven. Ga op zoek naar een compleet beeld van de omvang, ernst, duur en implicaties;
  • Verken opties voor vervolgstappen, bijvoorbeeld met de vertrouwenspersoon;
  • Informeer naar mogelijkheden om andere studenten te betrekken;
  • Bied vervolggesprekken aan. Dit kan ook met of bij een andere collega.

Bij de vervolggesprekken is het goed om:

  • Geen partij te kiezen;
  • Duidelijk uit te zoeken wat het ongewenste gedrag is en welke veroordeling hieraan hangt;
  • Duidelijk te zijn dat de oplossing vaak zit in de communicatie met betrokkenen;
  • De gepeste te steunen bij het in eigen hand nemen van zijn lot;
  • Collega’s om hulp of om advies te vragen;
  • Ouders in te schakelen voor steun voor de gepeste student. Let erop dat je dit bij een minderjarige student doet na overleg en bij een meerderjarige student bij toestemming van de student zelf.

Specifiek bij cyberpesten

  • Signaleer je in de klas dat er iets gaande is op een telefoon in handen van een student, grijp dan direct in.
  • Neem het verhaal van de leerling serieus. Informeer wat de student al voor acties heeft ondernomen. Welke acties waren succesvol?
  • Prijs de student dat hij/zij het probleem heeft aangekaart.
  • Bekijk samen wat de student zelf kan ondernemen om nieuwe cyberpesterijen te verminderen. De student kan bijvoorbeeld:
    • Het eigen wachtwoord wijzigen en in geen geval het wachtwoord aan een ander geven.
    • De pester ontvrienden op social media en blokkeren op de telefoon.
    • Gebruik maken van een nickname.
    • Bewijsmateriaal verzamelen en opslaan
    • Een melding maken bij het social medium in kwestie. Bij ernstige incidenten en bedreigingen kan de student de klacht neerleggen bij de lokale politie.
  • Zoek samen met de student naar steun. Denk aan groepen, ouders of een docent.

Interactieve film voor in de klas

Deze film kan met de hele klas gekeken en nabesproken worden: https://www.itsuptoyou.nu/

“It’s up to you is gratis te gebruiken en kan online op PC/Laptop en iPad worden ingezet op school. Na registratie en inloggen zijn de film en bijbehorende docentenhandleiding (in PDF) te benaderen via https://www.itsuptoyou.nu/.”